Neerlandés → Inglés - ineens adv. suddenly, abruptly; all at once, all together » Ejemplos Neerlandés → Francés - ineens 1. (algemeen) d'un seul coup; en une fois; en même temps 2. (tijd) subitement; soudain; brusquement » Ejemplos Siguiente términos en Neerlandés ineens opdrinken ineens opduiken ineens opgekomen ineenschuiven inéénschuiven ineenslaan ineenstorten ineenstorting ineenstrengelen ineenvallen ineenzakken ineenzinking inenten inenting inert infaam infamer infante infanterie infanterist