content en Inglés

content en Neerlandés

ww. tevreden zijn; genoegen nemen (met)
bn. tevreden
Ejemplos
Are you content with your position in the company?
Zijt ge tevreden met uw plaats in het bedrijf?




Are you content?
Ben je tevreden?




I am content with my job.
Ik ben tevreden met mijn werk.




I can see that he is content.
Ik begrijp dat hij blij is.




I'm contented.
Ik ben gelukkig.




She sang to her heart's content.
Ze zong naar hartenlust.




Tom isn't content with his present salary.
Tom is niet tevreden met zijn huidige salaris.




Until you make peace with who you are, you'll never be content with what you have.
Totdat jullie vrede sluiten met wie jullie zijn, zullen jullie niet tevreden zijn met wat jullie hebben.




You look content.
Je ziet er voldaan uit.




You look contented.
Je ziet er voldaan uit.



