trouble en Neerlandés

ww. moeite nemen; hinderen; lastig vallen
Ejemplos
The country was in a big mess and, of course, families like mine were blamed for all the mistakes and troubles.
Het land bevond zich in een grote puinhoop, en natuurlijk werden families zoals die van mij beschuldigd van fouten en problemen.




But little did anyone know at the time, that I, Julius Caesar, would one day solve the country's troubles.
Maar niemand wist toen dat ik, Julius Caesar, de problemen van het land zou oplossen.




Several days after all the trouble began, a very pale looking Queen walked into the kitchen.
Een paar dagen nadat alle problemen waren begonnen, kwam een zeer bleke koningin de keuken in.




What would happen if they discovered she had got them in trouble?
Wat zou er gebeuren als ze ontdekten dat ze hen in de problemen had gebracht?




Avoid getting into trouble.
Vermijd dat je in de problemen komt.




After all the trouble we went to in coming up with that project, it only took them a second to shoot it down in the meeting.
Na alle moeite die we ervoor gedaan hebben om dat project op poten te zetten, kostte het ze maar een seconde het onderuit te halen bij de bijeenkomst.




Dan has been troubled by recurring nightmares.
Dan wordt gekweld door steeds terugkerende nachtmerries.




He has trouble remembering names.
Hij heeft moeite om namen te onthouden.




He refuses to become involved in the trouble.
Hij weigert om zich te mengen in de problemen.




He's in big trouble.
Hij heeft grote problemen.




Sinónimos
2. annoyance: harassment, difficulty, embarrassment, molestation
3. effort: exertion, pains, inconvenience
4. inconvenience: put out, discommode, incommode
5. distress: annoy, bother, harass, harry, irk, irritate, pester